zondag 6 december 2009
Foto van de Week 16 december
donderdag 15 oktober 2009
Foto van de Week 9 november
zondag 11 oktober 2009
Foto van de Week 11 oktober
call sign: UWZY
- bemanningsleden werden o.a. gearresteerd in Griekenland
- het schip stond in 1998 op de lijst van "abandonned ships": schepen die in de haven bleven liggen, omdat de onderhoudskosten en de personele kosten voor de reder te hoog geworden waren
- in januari 1999 diende in Griekenland een rechtzaak tussen de reder en Cockett Marine Oil
In 1999 werd het schip verkocht aan Chesham Marine S.A. De naam werd gewijzigd in "Ani". Het schip voer een paar maanden onder de vlag van Belize voordat het verkocht werd aan slopers in India. Op 11 februari 2000 kwam het schip in Mumbai aan om gesloopt te worden.
Bronnen:
Noot:
Professor Anichkov was de directeur van de afdeling Pharmacologie aan het Pavlov-instituut
maandag 14 september 2009
Foto van de Week 14 september
LR 9293272
call sign: IBGX
yardnr. 454
Op 16 april 2005 liep het 9e schip, dat in opdracht van Grimaldi-Naples door de Uljanik-werf in Pula gebouwd werd van stapel. De werf had van de rederij de opdracht gekregen 14 schepen voor het vervoer van auto's te bouwen. Na de "Grande Benelux"en de "Grande Italia" (bouwjaar: 2001), de "Grande Spagna" en de "Grande Portugallo" (bouwjaar: 2002), de "Grande Roma" en de "Grande Napoli"(bouwjaar: 2003) en de "Grande Lagos" en de "Grande Anversa" (bouwjaar: 2004) was het in 2005 de beurt aan de autostad Detroit om vernoemd te worden:
Ann Dickson, de vrouw van één van de directeuren van General Motors Europe, doopte het schip in april 2005 de "Grande Detroit". Vier maanden later was het autotransportschip compleet en kon het ingezet worden op de route tussen de Egeïsche Zee en Noordwest-Europa. In de Benelux doet het schip de haven van Antwerpen aan.
De Grimaldi Group (opgericht in de 60-er jaren) is in de loop der jaren uitgegroeid tot een groot logistiek bedrijf. Sinds kort investeert het bedrijf in infrastructuren aan land, waardoor het "door-to-doorconcept" vorm begint te krijgen. Het bedrijf transporteert niet alleen auto's, vrachtwagens en andere commerciele voertuigen, maar ook containers en stukgoed (hout, papier).
Onder het motto "viaggiare a bordo delle navi cargo" kan men sinds 1989 op 32 schepen van de groep meevaren. Één van deze schepen is de "Grande Detroit". Het maximale aantal passagiers, dat per schip mee kan reizen, is 12. Vanzelfsprekend moeten zij in goede medische conditie zijn. Daarom stelt de directie een leeftijdsgrens: passagiers ouder dan 79 jaar moeten een doktersverklaring kunnen overleggen, passagiers ouder dan 89 jaar mogen niet meer meereizen.
De reizen duren tussen de 14 en 54 dagen, afhankelijk van het reisdoel. Er zijn "freightercruises" naar Noordwest-Europa, naar West-Afrika, naar Zuid-Amerika (Brazilie) en naar de landen rond de Middellandse Zee. Op dergelijke cruises geen captains-dinners en entertainment, maar een kennismaking met het "echte" zeemansleven.
Bronnen:
1. cop. foto T. van Olphen
2. http://marinelink.com/Story/Grand+Detroit+Launched-16208.html
3. http://www.grimaldi-freightercruises.com/freighter/england/grbespita.htm
vrijdag 21 augustus 2009
augustus - vakantiemaand
Patricia Essberger
IMO 9212486
call sign: DALU
yardnr.: 1163
owner: Karibik Tank Reederei
manager: John T. Essberger - Hamburg
chemical products tanker built in 2000 at J.J. Sietas K.G. Schiffswerft in Hamburg.
Two fully cellular containerships owned by Hapag-Lloyd Container Linie GmbH - Hamburg:
Berlin Express
IMO 9229855
call sign: DGHX
yardnr.: 1366
built in 2003 in Ulsan by Hyundai Heavy Industries
Dresden Express
IMO 8902553
call sign: DHDE
yardnr.: 1077
built in 1991 by Samsung Shipbuilding & Heavy Industries in Koje
IMO 9319571
call sign: V2BN2
yardnr.: 315
owner: Mito Strait GmbH
manager: Carsten Rehder Schiffsmakler und Reederei - Antigua & Barbuda
Fully cellular containership launched as "Mito Strait" in 2006. Built by Societates Commerciala Aker in Tulcea
cop. foto's: T. van Olphen
zaterdag 25 juli 2009
Foto van de Week 25 juli
callsign: Y4CP
Bronnen:
* diverse jaargangen Lloyd's Registers
* diverse jaargangen Marine News
vrijdag 17 juli 2009
Foto van de Week 18 juli
1. Verschillende jaargangen Lloyd's Registers
2. Verschillende jaargangen Marine News
3. http://www.portarchive.com/1967/06-June%20Page%201%20to%2022.pdf
dinsdag 30 juni 2009
Foto van de Week 30 juni
yardnr. 1277
1. Diverse jaargangen Lloyd's Register
2. Diverse jaargangen Marine News
3. www.iacs.org.uk/document/.../Suspension_Dec_2001_xls396.xls
zaterdag 13 juni 2009
Foto van de Week 14 juni
LR 7335870
call sign UCNV
yardnr. 245
Van 1962 tot 1967 werden 76 schepen van het type"Baltiyskiy" op de Russische werven gebouwd. Deze schepen waren bedoeld voor het vervoer van droge cargo (in bulk) en hout over de rivieren en de Noord- en Oostzee. Alle schepen van dit type hadden 3 afgesloten ruimen en de mogelijkheid om vracht op te slaan op het dek. De latere schepen in de "Baltiyskiy"-serie werden slechts op enkele kleine details aangepast.
In 1964 werd op de Yantar scheepswerf in Kaliningrad een nieuw vrachtschip gebouwd. De "Baltiyskiy 20" voer voor de regering van de USSR met Leningrad als thuishaven. In 1991 veranderde het schip van naam en eigenaar. De "Lakhta" kwam in handen van Kontinent marine joint stock co. uit St. Petersburg. Tot augustus 2002 bleef het schip onder russische vlag varen.
Toen werd het verkocht aan Palm Bay Shipping en voer het onder Cambodjaanse vlag. De naam van het schip veranderde. De "Sea beetle" kwam onder management van de russische firma "Baltic tramp" uit Kaliningrad. In 2006 werd de "Sea beetle" overgenomen door Antlia shipping (manager: Arcus shipping co, vlag: Sierra Leone). Opnieuw volgde een naamsverandering. De "Uludag" werd echter al snel wegens mankementen opgelegd. Pas op 2 februari 2007 werd zij weer vrijgegeven.
Sinds 2008 staat het schip geregistreerd onder de naam "Furkan". De markt voor het bulkvervoer verslechterde echter zodanig, dat het schip (voorlopig) uit de vaart genomen is.
Bronnen:
1. http://www.miramarshipindex.org.nz/ship/show/286909
2.http://www.parismou.org/upload/monthly%20detentionlists/feb07.pdf
3. verschillende jaargangen Lloyd's Registers
zondag 7 juni 2009
Foto van de Week 7 juni
woensdag 20 mei 2009
Foto van de Week 20 mei
Bronnen:
donderdag 7 mei 2009
Foto van de Week 7 mei
call sign PJUL
bouwnr. 601
1. Verschillende jaargangen Lloyds Register
vrijdag 24 april 2009
Foto van de Week 24 april
maandag 13 april 2009
Foto van de Week 12 april
grootste containerschip dat ooit de Schelde is opgevaren
call sign 3FUF2
yardnr. 1709
- De "MSC Beatrice" moest bij daglicht varen.
- Het vaartschema moest afgestemd worden op stilstaand hoog water, omdat het schip anders niet goed kon manoeuvreren bij de Zandvlietsluis.
Op 10 april j.l. werd de "MSC Beatrice" door meerdere sleepboten weer naar de Westerschelde getrokken. Na de Zandvlietsluis begon haar reis naar Felixstowe (UK). Momenteel is zij onderweg naar Jebel Ali, een havenstad 35 km ten Zuidwesten van Dubai.
http://www.nieuwsbladtransport.nl/nieuws/id25476-MSC_Beatrice_vertrekt_uit_Antwerpen.html
zondag 29 maart 2009
Foto van de Week 30 maart
vrijdag 20 maart 2009
Foto van de Week 20 maart
maandag 9 maart 2009
Foto van de Week 9 maart
2. Verschillende jaargangen van Lloyd's Register
3. http://www.jocsailings.com/vessel-voyage-search/results/?vid=3&voynum=&x=65&y=9
zondag 1 maart 2009
Foto van de Week 1 maart
LR 6917803
call sign: GYYT
yardnr. 240
In 1908 werd de Anglo-Persian Oil Company opgericht. Omdat andere maatschappijen de markt beheersten, stond deze jonge maatschappij in 1914 aan de rand van een bankroet. Winston Churchill was van mening, dat oliegestookte marineschepen de belangen van het Britse Rijk beter konden verdedigen, dan de verouderde schepen die op kolen aangedreven werden. Zijn speech in het House of Parliament, waarbij hij opriep om het britse aandeel in de produktie van olie zeker te stellen, zorgde ervoor, dat de regering één van de grootste aandeelhouders van het latere BP zou worden.
In 1938 liep de eerste "British Fidelity" (tonnage: 8.465) van stapel. Na de Tweede Wereldoorlog zorgde de crisis in het Midden-Oosten ervoor, dat de Anglo-Iranian -zoals de maatschappij bekend stond- geboycot werd. Daarom werd in 1954 besloten tot een naamsverandering: The British Petroleum Company. De 144 schepen die onder haar vlag voeren, werden in 1956 opgenomen in de BP Tanker Company Limited.
Aan het einde van de jaren '60 waren een aantal schepen -waaronder de "British Fidelity"- aan vervanging toe. In december 1969 werd de tweede, in Split gebouwde "British Fidelity" opgeleverd. Met een tonnage van 15.260 was zij aanzienlijk groter dan haar voorgangster. Tot 1986 voer zij onder britse vlag over de gehele wereld. Daarna werd zij verkocht aan de italiaanse firma Nova Industria Armamento S.p.A. Onder de naam "Fidelity" zou zij tot 1990 voor Tankersud S.A. in Bari varen. Haar call sign werd: IBFM. In 1990 ging zij over in handen van Franconia SrL in Palermo. Het call sign bleef gelijk, maar de naam veranderde. Tot 1996 voer zij onder de naam "Portoria". In dat jaar werd de overeenkomst getekend met de sloper. Haar laatste reis eindigde op vrijdag 7 juni 1996 in Alang.
Sinds 2 september 2004 maakt een derde "British Fidelity" deel uit van de BP-vloot. Dit schip behoort tot de zgn. "BP Virtue class tankers". Deze wereldwijd opererende tankers hebben een "deadweight tonnage" van rond de 46.800 ton. Op één na zijn al deze tankers gebouwd bij Hyundai Mipo in Korea. Zij varen onder britse vlag en hebben Douglas (Isle of Man) als thuishaven.
1. Diverse jaargangen Lloyd's Registers
woensdag 18 februari 2009
Foto van de Week 18 februari
In 1976 werden vier tankers van het "Pablo Neruda"-type opgeleverd. Deze in het voormalig Joegoslavië gebouwde tankers beschikten over acht tanks en haalden een snelheid van 17 knopen. Één van deze tankers was de onder bouwnummer 569 door de "3 Maj"-werf in Riyeka gebouwde "Viktorio Kodovilla".
De "Viktorio Kodovilla" (of zoals ze sinds 1992 genoemd werd: Viktorio Kodovilja) voer voor de Latvian Shipping Company (LASCO). Op papier was de Viktorio Shipping Corporation uit Liberia de eigenaar. Deze corporatie was echter een dochteronderneming van LASCO.
In 2003 werd de "Viktorio Kodovilja" gecharterd door drie verschillende oliemaatschappijen:
- voor Rinex maakte zij in februari een tocht van de Baltische staten naar de Atlantische kust van de Verenigde Staten,
- in juni voer zij naar West-Afrika voor Trafigura
- in november tenslotte voer zij dezelfde route voor de National Oil Corporation in Libië
Aan het einde van dat jaar bleek, dat de reparatiekosten opgelopen waren tot $900.000,= Het schip was slechts gedeeltelijk voorzien van een dubbele huid, waardoor het niet in alle europese en amerikaanse havens mocht komen. Daarnaast zorgde ook de hoge leeftijd van het schip voor problemen. Veel landen hanteerden een maximum leeftijd die lager lag dan 27 jaar.
Om deze twee redenen besloot LASCO af te zien van reparatie. Het schip moest verkocht worden! Op 20 januari 2004 werd het verkoopcontract getekend. De "Viktorio Kodovilja" begon aan haar laatste reis naar de scrapyard in China. Op 24 mei kwam zij daar aan, waarna in juni de sloop kon beginnen.
Bronnen:
1 http://www.lk.lv/latk/content/?id=152
2 Marine News jrg. 2004, October
3 Soviet Merchant ships / J. Curtis and A. Greenway. - Emsworth : Kenneth Mason, 1985
maandag 9 februari 2009
Foto van de Week 9 februari
call sign: 3ERG5; vanaf 2008: C6TV3
Bronnen:
vrijdag 30 januari 2009
Foto van de Week 30 januari
Bronnen:
1. Verschillende jaargangen Lloyds Registers
maandag 19 januari 2009
Foto van de Week 19 januari
Als eerste schip van de Wellington-Lyttleton Steamer Express Service zou zij uitgerust worden met een deur in de steven en speciale parkeerdekken.
Wegens technische mankementen aan de condensator moest de testvaart voortijdig beëindigd worden. In de buurt van de elektriciteitscentrale bij Hunterston gooide de "Wahine" het anker uit. Zij raakte daarbij verstrikt in een telefoonkabel. Er kwam een sleepboot aan te pas om het schip weer vlot te trekken zonder de kabel te vernielen.
- op maandag-, woensdag- en vrijdagavond vertrok de "Wahine" om 20.00 uur uit Wellington, terwijl de "Maori" uit Lyttleton vertrok.
- 's nachts passeerden zij elkaar op volle zee.
- de volgende ochtend kwamen de beide schepen om 7.00 uur respectievelijk in Lyttleton en Wellington aan.
- op dinsdag-, donderdag- en zaterdagavond voeren de beide schepen terug naar hun thuishaven
De Wahine storm
Op 10 april 1968 sloeg het noodlot echter toe. Rond 7.00 uur 's morgens kwamen twee tropische stormen samen in de buurt van Wellington. Op het moment, dat de "Wahine" de haven van Wellington naderde, ontstond een uitzonderlijk zware cycloon. Hoge golven en harde wind zorgden ervoor, dat het schip uit koers raakte. Om te voorkomen dat het schip vastliep, besloot kapitein H.G. Robertson terug naar zee te varen. Na een half uur durend gevecht met de golven strandde de veerboot op het Barrett Reef. De storm trok aan... er kon geen hulp geboden worden.
De berging van het wrak
Nadat de storm was gaan liggen en het onderzoek naar de toedracht en de verantwoordelijkheid uitgevoerd was, kreeg de United Salvage Company uit Melbourne opdracht het schip te lichten. Hiervoor wilde men de "kunststofballetjes-methode" toepassen.
Bij deze methode, die voor het eerst gebruikt werd in 1964 bij de berging van ms. Al-Kuwait, worden balletjes van polystyreen in het scheepswrak gespoten. Door stoom wordt het soortelijk gewicht van de balletjes 50x vergroot, waardoor het drijfvermogen opgevoerd wordt en het wrak naar de oppervlakte stijgt.
Men had berekend, dat de berging twee jaar zou duren. Tijdens de eerste poging stak echter opnieuw een storm op. Het schip brak in drie delen en de lichting volgens de balletjes-methode kon niet meer plaatsvinden. Men was genoodzaakt het schip in delen te bergen. Het laatste deel werd pas in 1973 geborgen.
De inwoners van Nieuw-Zeeland zijn deze ramp nooit vergeten. Aan de westkust bij Seatoun, waar de overlevenden aanspoelden, werd het "Wahine Memorial Park" opgericht . Een plaquette en het anker van de veerboot vormen een herdenkingsplaats voor de slachtoffers. Ook de mast heeft een plaats gekregen in het centrum van Wellington. Het Museum of Wellington City & Sea richtte een permanente tentoonstelling in. In 2008 was het 40 jaar geleden, dat de "Wahine" verging. Ter gelegenheid van deze herdenking werd een documentaire uitgebracht, die ook internationaal veel waardering kreeg.
Bronnen:
1. http://www.thewahine.co.nz/wahine.html (deze site is een echte aanrader!)
2. Marine News, jrg. 1966 - 1968
3. Tot ondergang gedoemd : oorzaken en gevolgen van scheepsrampen / R. Sodenkamp. - Bussum : Unieboek, 1976 (pag. 109 en 125)
zaterdag 10 januari 2009
Foto van de Week 11 januari
Net na de Tweede Wereldoorlog was de duitse vissersvloot gedecimeerd. De duitse werven waren in puin geschoten door de geallieerden en de productie van nieuwe schepen kwam in het oosten van Duitsland slechts langzaam op gang. In eerste instantie werden op de staatswerven van de DDR schepen voor Rusland gebouwd, maar sinds de jaren '60 werden ook voor de eigen staat schepen opgeleverd.