maandag 29 december 2008

Foto van de Week 29 december

Zygmunt Stary


LR 7102467
call sign: SQBT


Toen de Polish Ocean Lines in 1971 een nieuw vrachtschip aan hun vlootlijst toevoegden, gaven zij dit schip de naam van de poolse koning, die aan het begin van de 16e eeuw de macht van Polen vergrootte en contacten onderhield met de grootste geleerden van de Renaissance.

De "Zygmunt Stary" werd gebouwd bij de Warskiego werf in Szczecin onder bouwnummer B445-11. De thuishaven werd Gdynia. Onder poolse vlag voer het schip tot 1997 tussen de havens van de Baltische staten en die van de Levant. Het schip haalde een snelheid van 17,5 knoop.

Na 26 jaar trouwe dienst werd het schip verkocht aan een indische sloper. Op zondag 2 november 1997 arriveerde het schip in Alang om gesloopt te worden.

Bronnen:
1. verschillende jaargangen Lloyds Registers
2. Marine news jrg. 1997-1998


maandag 22 december 2008

Boek van de Week 22 december



In het vorige Boek van de Week-blog werd de "Isle of Man Steam Packet Co. ltd." besproken. De reden voor oprichting van deze maatschappij was naar eigen zeggen de slechte service van de St. George Steam Packet Company. Daarom wordt deze keer een boekje over laatstgenoemde maatschappij onder de aandacht gebracht.

De Saint George Steam Packet Company werd in oktober 1821 opgericht door een groep zakenlieden uit Liverpool, Dublin en Cork. Deze maatschappij voer met houten raderboten op de Ierse Zee. Eén van haar schepen, de "Sirius", maakte als eerste de oversteek naar New York in 1838. In de beginjaren groeide de maatschappij snel, maar tegen 1843 leidden financiële problemen en slecht management in combinatie met felle concurrentie uiteindelijk tot haar ondergang.

De geschiedenis van de St. George wordt in de meeste boeken slechts gedeeltelijk beschreven. Pas in 1995 verscheen bij de WSS een compleet overzicht. In dit boek worden alle schepen besproken die voor de maatschappij gevaren hebben. De schrijvers hebben onderzoek verricht in de archieven in Kew, waardoor zij zelfs over de oudste schepen meer informatie boven water hebben gekregen. Dat dit een echte tour de force was, blijkt uit het voorwoord:
" The Company's early activities are by no means easy to unravel".

De reden hiervoor was, dat de meeste schepen in de jaren 20 van de 19e eeuw geregistreerd werden op naam van de individuele aandeelhouders. Sommige schepen werden zelfs anoniem geregistreerd. Dan werd in de registers opgenomen, dat het schip eigendom was van een "Company of Proprietors". Toch is het de schrijvers gelukt een overzicht samen te stellen, waarbij van bijna alle boten de belangrijkste data opgenomen zijn.

Voorafgaand aan de vlootlijst wordt een historisch overzicht gegeven. Aan het einde van het boek worden de verschillende vlaggen, die gevoerd werden beschreven.

Dit boek is voor een spotprijs te koop bij "the 7 seas" via www.boekwinkeltjes.nl

zaterdag 13 december 2008

Foto van de Week 14 december

Bro Juno
LR 9163776
call sign SJMQ

Op 1 januari 1997 werd in Shanghai een nieuwe chemicalien tanker besteld. De kiel werd gebouwd bij de Shanghai Edward Shipbuilding company ltd. (bouwnummer H340). Na oplevering van de kiel op 1 juni 1998 werd het schip afgebouwd bij de Qiu Xin Shipyard onder bouwnummer 1257. Op 1 februari 1999 werd de Kilchem Arctic aan de eigenaar overgedragen.

Niet lang na oplevering werd het schip herdoopt in Kilchem Asia. De oorspronkelijke Kilchem Asia (ingeschreven onder nummer 9163752 in de Lloyd's Registers), die eveneens bij de Qui Xin werf gebouwd werd, heeft nooit onder deze naam gevaren. Voordat zij in de vaart genomen werd, is zij verkocht aan Groupe Desgagnés in Quebec.

De Kilchem Asia voer voor KIL Shipping A/S onder de vlag van Singapore. Haar callsign was: S6GZ. In 2001 werd KIL Shipping overgenomen door het deense concern Tschudi & Eitzen Ship Management A/S, dat daarmee een plaats in dit segment van de markt veroverde.
Op 9 juli 2001 werd de tot Sichem Asia omgedoopte tanker opgenomen in het Denmark international register. Ze bleef echter onder de vlag van Singapore varen. Niet alleen het callsign (9VHZ6) veranderde maar ook de eigenaar.

In 2002 verkocht Sitank Pte ltd. het schip voor $19 miljoen aan Brostrom tankers in Goteborg. Sinds 20 mei van dat jaar vaart zij onder de naam Bro Juno. Haar laatste inspectie is uitgevoerd op 3 augustus 2004; op 2 augustus 2007 lag zij voor het laatst in dok. Enige maanden later werd deze foto van het schip op de Westerschelde gemaakt door Gerard Bruininge.

Bronnen:
1. verschillende jaargangen Lloyds Registers
2. http://www.groupedesgagnes.com/en/upload/Maria_anglais11.pdf
3. http://hugin.info/137124/R/1132191/211651.pdf


maandag 8 december 2008

Foto van de Week 8 december

Gondwana


LR 7121217
Call sign: 3ENI

In 1969 werd aan Ishikawajima-Harima Heavy Ind. (I.H.I) in Kure de opdracht gegeven om een tanker te bouwen voor Safmarine. Bouwnummer 2197 werd op 14 januari 1972 opgeleverd. Deze tanker kreeg de naam "Gondwana". Met dit schip en haar zusterschip "Kulu" begaf Safmarine zich in de wereld van de VLCC's (very large crude carriers).

In de Lloyds Registers werd de "Gondwana" ingeschreven als eigendom van Naves Galantes Navegacion S.A. in Panama. Evenals de "Kulu" werd zij gecharterd door de grote oliemaatschappijen en voer zij met een snelheid van 16 knopen tussen Europa en de Perzische Golf.

In 1979 werd de "Gondwana" verkocht. Tot 1984 voer zij onder de namen "Spyros A. Lemos" en "Marily P". Uiteindelijk werd zij op 30 augustus 1984 gesloopt in Pusan.

Op verschillende internetsites wordt aangegeven, dat de "Gondwana" door Nedlloyd overgenomen is om als "Maasbree" verder te varen. Dit is echter niet het geval. De "Maasbree" - in 1982 opgelegd in Loch Striven en in 1985 voor $ 3,75 miljoen verkocht aan een sloopwerf in Taiwan - was het voormalige Safmarine-schip "Sinde".

Bronnen:
1. South African merchant ships / B.D. Ingpen. - Cape Town : Balkema, 1979
3. Verschillende jaargangen van Lloyd's Registers

zondag 30 november 2008

Foto van de Week 2 december

Pacific Bridge


LR 8308109
Call sign P3SG5

De opdracht voor de bouw van dit containerschip werd op 1 juni 1983 gegeven aan de "Korea ShipBuilding & Engine Corp." in Busan. In Ulsan, 55 km verderop, lag de machinefabriek van Hyundai, die de motoren vervaardigde. Bouwnummer 2011 werd in 1984 overgedragen aan haar eigenaar "Korea Marine Transport". Haar thuishaven werd de zuidkoreaanse stad Inchon, haar call sign D9LJ.

Tot 1986 was zij bekend onder de naam "Pacific Bridge". In 1986 veranderde de naam van het schip. Tot 1994 voer zij onder koreaanse vlag, eerst onder de naam "Makala", later opnieuw onder de naam "Pacific Bridge".

In dat jaar werd zij verkocht aan Danaos Shipping in Athene... "one of the world's largest containership charter owners".1)

Deze eigenaar veranderde niet alleen de naam van het schip in "Hyundai Seattle", ook het call sign veranderde: P3SG5. Onder agentschap van Deleas Shipping op Cyprus werd het schip verschillende malen herdoopt:
  • In 1996 voer het schip onder de naam "Zim Mumbai".
  • Toen Gerard Bruininge op 22 juli 1998 deze foto van het schip maakte, voer zij opnieuw onder de naam "Pacific Bridge".
  • Aan het einde van dat jaar werd zij omgedoopt tot "MSC Freemantle". Deze naam hield zij tot 2002.
  • In 2002 werd de naam veranderd in ... "Pacific Bridge".
    • In 2007 voer de "Pacific Bridge" in charter voor de Hapag Lloyd. Sinds april 2008 vaart zij onder de naam "Montreal senator". Op 19 augustus van dit jaar werd zij geclassificeerd door Det Norske Veritas. Één van de luiken moet nader geïnspecteerd worden: de corrosie die gevonden werd, moest 'vóór 29 november j.l. gerepareerd zijn.2)
      Bronnen:
      1)http://www.danaos.com/
      2) http://exchange.dnv.com/exchange/main.aspx?extool=vessel&subview=classification&vesselid=18476

      vrijdag 28 november 2008

      Boek van de Week 28 november



      Op 28 september 1830 stond de volgende zin in de "Manx Sun":

      ...If the St. George people had treated the Island properly, the Steam Packet boat would never have been thought of... 1)

      Al in de tweede helft van de 18e eeuw werd door de Engelse regering een passagiers- en postdienst tussen Whitehaven (Cumbria) en Douglas ingesteld. De eilandbewoners konden echter niet op de service van deze "pakketboot" vertrouwen: vertragingen van enkele weken waren eerder regelmaat dan uitzondering.

      Rond 1820 voeren de stoomschepen van James Little and Co. in de zomermaanden een regelmatige dienst vanuit Liverpool naar Douglas. In de wintermaanden voeren de schepen echter alleen als het weer het toeliet. Toen aan het einde van dat decennium de bevolking van het eiland gegroeid was tot 40.000 zielen, kwam het verlangen naar een betere verbinding met het vasteland. Op 17 december 1829 werd tijdens een vergadering onder voorzitterschap van James Quirk door de Manx besloten om een eigen "steam packet service" op te zetten. Deze vergadering markeerde het begin van de "Mona's Isle Company" (sinds 1832: "Isle of Man Steam Packet Co. Ltd."), een maatschappij die beroemd werd om haar snelle schepen met comfortabele en ruime passagiersverblijven.

      In dit boek wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis van de maatschappij tot 1976. De schepen die voor de maatschappij gevaren hebben, worden uitvoerig beschreven. Zwart-wit foto's, een overzicht van de havens die aangedaan worden, statistische gegevens en een vlootlijst completeren het geheel.

      Een aantrekkelijke uitgave, die voor een aantrekkelijke prijs te verkrijgen is bij "The 7 seas". 2)

      woensdag 19 november 2008

      Foto van de Week 19 november

      Hua Yuan Kou

      "... one of the first sophisticated ships under the Chinese flag..." 1)


      LR 7822146
      Call sign: BOBA


      In 1979 gaf de regering van de Volksrepubliek China opdracht voor de bouw van een nieuw RoRo-vrachtschip aan Kawasaki Heavy Ind. Ltd. Het schip moest goed manoeuvreerbaar zijn, opdat het ook de havens langs de rivieren van China kon bereiken. Onder yardnummer 1313 werd de "Hua Yuan Kou" in Sakaide (Japan) gebouwd. De hoofdmotor, een Kawasaki-M.A.N. 10V 52/55A zorgde voor een snelheid van 17.2 knopen.

      Kenmerkend voor een RoRo-schip zijn de grote vrachtruimtes met weinig steunpilaren en de grote toegangsdeuren. In combinatie met een krachtige motor kunnen hierdoor hevige trillingen veroorzaakt worden. De opdrachtgever "China Merchants" vond samen met Lloyd's een acceptabele oplossing voor dit probleem. Hierdoor werden de prestaties van de "Han Yuan Kou" met grote interesse gevolgd. Vanaf 1980 voer het schip een reguliere dienst tussen China en Japan.

      Tot 1998 voer de "Hua Yuan Kou" onder chinese vlag met Shanghai als thuishaven. Het schip stond in de Lloyd's Registers geregistreerd op naam van de Shanghai Ocean Shipping Co. (Cosco Shanghai). In 1998 heeft het schip nog even onder de naam "Yi Xing" gevaren, voordat het verkocht werd.
      Het schip kreeg een nieuwe naam "Chang Yi"en een nieuw call-sign: BUZP. De nieuwe eigenaar werd CSC (Shenzhen) Enterprise development co. ltd., die de provincie Shenzhen, Guangdong in China als thuishaven voor het schip uitkoos.

      In 2005 werd het schip opnieuw verkocht. Dit keer ging het over in handen van de Gilmore Shipping Corp., die het de nieuwe naam "Global Precision" meegaf. De "Global Precision" werd geregistreerd op St. Vincent & the Grenadines en kreeg Kingston als thuishaven. Haar call-sign werd: J8B3314. Op 26 mei 2008 werd de "Global Precision" uit de verzekering gehaald, omdat het schip niet op tijd was geïnspecteerd.2)

      Bronnen:
      1. folder D 2366101/11E: Marine Diesel Plants. M.A.N. B&W
      3. Verschillende jaargangen van Lloyd's Registers

      woensdag 12 november 2008

      Foto van de Week 12 november

      Erik Tholstrup


      LR 7611743
      Call sign 3FZU8

      In april 1978 liep in Kristiansand de LPG-tanker "Francis Drake" van stapel. Onder bouwnummer 225 was dit schip op de werf Kristiansands M/V gebouwd. De motoren werden geleverd door Wichmann Motorfabrik AS in Rubbestadneset. De dieselmotoren van deze fabriek zijn - naar gezegd wordt - gemakkelijk te onderhouden en te bedienen. Bovendien zijn ze zeer betrouwbaar. Het meer dan 75 meter lange schip haalde een snelheid van 13.5 knoop.

      Tot 1985 voer het schip onder noorse vlag. De thuishaven was Kristiansand in het zuiden van Noorwegen. In 1985 verkocht de eigenaar, Partrederi Sireskib, het schip aan Kosan Tankers. Onder de naam Erik Tholstrup zou het onder deense vlag gaan varen. De thuishaven werd Middelfart. Ook na de naamsverandering in 1990 bleef de thuishaven op het deense eiland Funen. Onder de naam Erik Kosan maakte het schip tot 1998 deel uit van de vloot van Lauritzen Kosan.

      Voor $ 1.2 miljoen werd het schip in 1998 verkocht aan "Bunkering Services Int. Inc." in Panama. Omdat de markt in het Verre Oosten en China voor gastankers instortte, was het alleen mogelijk om het schip op bareboat basis te verkopen. De manager van de Virgo Gas I - zoals het schip na overname herdoopt werd - werd Transgas Shipping in Peru. Tot op heden vaart het schip nog onder deze naam in het Caribisch gebied.

      Bronnen:
      3. Verschillende jaargangen van Lloyds Registers




      dinsdag 4 november 2008

      Boek van de Week 4 november



      In de Tweede Wereldoorlog was John D. Harbron als hoofd van de afdeling `History and Military studies´in dienst van de Royal Canadian Navy. Voor zijn werkgever maakte hij een studie van de japanse koopvaardijvloot. Hiermee was zijn interesse in de scheepvaart gewekt.
      Door de oorlog in Korea spitste deze interesse zich steeds meer toe op de scheepvaart in de Sovjet-Unie en haar satellietstaten. In een tijd, dat er weinig informatie over de organisatie en ontwikkeling van scheepsbouw in de communistische landen te vinden was, maakte hij -op uitnodiging van de partijleiders- een reis naar de oosteuropese werven. De regeringsleiders gaven hem toestemming om zijn bevindingen op papier te stellen. Dit resulteerde in het standaardwerk "Communist ships and shipping".
      In het eerste deel van het boek gaat Harbron in op het ontstaan van de Komekon vlak na de oorlog. De rol van de USSR was in die eerste jaren niet zo groot: veel scheepswerven in de Sovjet-Unie waren door de Duitsers verwoest. Het duurde nog tot 1950 voordat de scheepsbouw in Rusland weer enigszins op gang gekomen was. De schrijver voegt een organigram toe wanneer hij over de Komekon in latere jaren schrijft.
      In de volgende delen worden de scheepsbouw en scheepvaart in de verschillende communistische landen uitvoerig besproken. De nadruk ligt daarbij op de scheepsbouw in Polen en de scheepvaart in Sovjet-Rusland en Oost-Duitsland.

      Als je bedenkt, dat het boek uitgekomen is op het hoogtepunt van de Koude Oorlog, moet je constateren, dat de auteur objectief is: hij geeft kritiek op de ambitieuze plannen van net na de wereldoorlog, maar toont zich tevens onder de indruk van de vooruitgang, die geboekt werd.
      Dit boek is verkrijgbaar bij "The 7 seas" via http://www.boekwinkeltjes.nl/

      maandag 27 oktober 2008

      Foto van de Week 27 oktober


      Hanse

      LR: 6603517
      Call sign: DBKP

      In de winter is het noordelijk gedeelte van de Oostzee bijna geheel met ijs bedekt. Scheepvaartverkeer is dan alleen mogelijk met behulp van ijsbrekers. In de strenge winter van 1962/1963 ondervonden de schepen, die tussen de Bondsrepubliek Duitsland en Finland voeren zoveel hinder van het ijs, dat besloten werd een grote ijsbreker voor duitse rekening te bouwen, die ingezet kon worden om de havens aan de Oostzeekust vrij te houden. Afgesproken werd, dat de ijsbreker in finse wateren onder finse vlag zou varen als de inzet van het schip in westduitse wateren niet nodig was. Zodra echter de omstandigheden dit vereisten - als het ijs de 56e breedtegraad bereikt had -, kon de BRD het schip vorderen en moest het onmiddellijk overgedragen worden. De ijsbreker zou dan onder duitse vlag varen.

      De werf Wartsila in Helsinki, die na de Tweede Wereldoorlog ruim 60% van de ijsbrekervloot van de wereld gebouwd heeft, begon op 12 januari 1965 met de bouw van de "Hanse", die als nummer 379 geboekt werd. Deze ijsbreker behoorde tot het type "Karhu". In tegenstelling tot de eerder gebouwde zusterschepen Karhu I, Murtaja II en Sampo II had de bemanning van de "Hanse" vanaf de brug een vrij zicht rondom.

      De woonvertrekken lagen een eind van de zones af, waar het ijs gebroken werd. De bemanningsleden hadden zo het minste last van het lawaai. De inrichting van het schip was tamelijk luxueus: aan boord bevonden zich o.a. een sauna en een hospitaal.
      Aan de zijkant van het schip was een aantal tanks ingebouwd, waarin voldoende vers water en andere benodigdheden voor een verblijf op zee van één maand konden worden meegenomen. Het grootste deel van het schip werd d.m.v. een warmeluchtinstallatie verwarmd: bij een buitentemperatuur van 20 graden onder nul werden de woonvertrekken tot 20 graden verwarmd, de werkruimten tot 16 graden. Het schip had een snelheid van 15.8 knopen.

      Op 3 september 1965 liep de "Hanse" van stapel. Het schip werd geregistreerd bij Lloyds. Alleen in 1995/1996 stond de ijsbreker geregistreerd op naam van de "Finnish National Board of Navigation (FNBN)" te Helsinki. De overige jaren was de eigenaar van de "Hanse" - zoals afgesproken - de regering van de Bondsrepubliek Duitsland. Het schip werd echter alleen in de strenge winter van 1978/1979 door de BRD gebruikt om het kanaal bij Kiel ijsvrij te houden.

      In 1998 werd de "Hanse" verkocht aan Griekenland. Het was de bedoeling, dat de ijsbreker als hospitaalschip onder de naam "Asklipios" in de mediterrane wateren zou gaan varen. In de buurt van Tunis brak echter brand uit aan boord. De "Hanse" werd total loss verklaard. Het wrak schijnt nog steeds bij Cape Bon te liggen.

      Bronnen:
      1. Verschillende jaargangen van Lloyds Registers
      2. Het boek "Eisbrecher aus aller Welt", geschreven door Bernd Oesterle.
      Dit boek is verkrijgbaar bij "the 7 seas" via www.boekwinkeltjes.nl

      donderdag 23 oktober 2008

      Boek van de Week 23 oktober




      Op 15 mei 1986 werd in Finland voor het eerst "The Maritime Achievement- Honorary Award" uitgereikt. Deze prijs werd ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van "the Finnish Maritime Society" in het leven geroepen. De eerste keer werden het "Finnish Maritime Museum" en het "National Maritime Museum of Greenwich" onderscheiden. Zij waren de organisatoren van de tentoonstelling "Sea Finland", die in 1985 in het Engelse Greenwich getoond werd.

      Bij deze tentoonstelling werd een catalogus uitgegeven onder dezelfde titel. Aan de hand van gedetailleerde foto's en duidelijke teksten wordt een overzicht gegeven van de maritieme geschiedenis van Finland. Het belang van het water voor Finland wordt beschreven. Artikelen over waterwegen en havenplaatsen worden afgewisseld met informatie over de scheepsbouw, de handelsvaart en het onderzoek naar scheepswrakken in de Baltische Zee.
      Middels beschrijvingen van o.a. de Krimoorlog en de grote zeeslag bij Svendsksund in 1790, die voor de Finnen zeer belangrijk was, wordt ook de militaire geschiedenis niet vergeten.

      Daarnaast komen de verschillende soorten schepen aan bod: vikingschepen, schepen om naar de kerk te gaan, ijsbrekers, handelsschepen en vissersboten. Tenslotte wordt aandacht geschonken aan de museumschepen van Finland.

      Al met al een interessant boek over een land, dat een unieke plaats inneemt in de geschiedenis van de zeevaart.
      Dit boek is verkrijgbaar bij "The 7 seas" via www.boekwinkeltjes.nl

      vrijdag 10 oktober 2008

      Boek van de Week 11 oktober



      In 1977 verscheen het laatste boek van Dwight Boyer over de geschiedenis van de "Grote Meren". De journalist en maritiem historicus Boyer specialiseerde zich in verhalen over het leven aan boord van de schepen, die de Grote Meren bevaren hebben. Hij had een voorliefde voor mysterieuze voorvallen en rampen. Zijn informatie haalde hij bij zijn vele vrienden in de handelsvloot en bij de journalisten die hij in de havens ontmoette.

      In zijn laatste boek "Ships and men of the Great Lakes" probeerde hij een beeld te schetsen van de laatste uren van een aantal schepen, dat de Grote Meren bevaren heeft. Het boek bevat o.a. het verhaal over de "Daniel J. Morrell", die in een stormachtige nacht in november 1966 ten onder ging. De spookachtige ontmoeting, die één van de opvarenden had toen hij ronddobberde in een reddingsboot, wordt hierbij ook aangehaald.

      Het tragische ongeluk met de "W.W. Arnold" in 1869 op "Lake Superior" werd toegeschreven aan de slechte hulpmiddelen op het gebied van navigatie. 106 jaar later, toen de "Edmund Fitzgerald" op dezelfde plaats verdween, was de radartechniek uiterst geavanceerd. Het blijft een mysterie, waarom zij gezonken is.

      Niet alleen de schepen worden beschreven. Ook verhalen over opvarenden en andere beroemde personen krijgen een plaats in dit boek. Boyer beschrijft o.a.

      • John Maynard, de heldhaftige roerganger, waarover zelfs Charles Dickens en Theodore Fontane schreven, en
      • Philip P. Bliss, een componist en evangelist, die nog nooit gevaren had, maar met zijn hymne "Let the lower lights be burning" de sympathie van de scheepslui en hun families wist te winnen.

      Dit boek leest als een trein. In de verhalen wordt de spanning goed opgeroepen. Het boek is rijkelijk ge-illustreerd met zwart-wit foto's en bevat een literatuuropgave en een uitgebreid register.

      Dit boek is verkrijgbaar bij "The 7 seas" via www.boekwinkeltjes.nl

      Foto van de Week 11 oktober



      Geyve



      LR: 6921907
      Call sign: TCGA




      Deze tanker werd in 1969 gebouwd bij Ishikawajima Harima Heavy Ind. (IHI) in Kure (bouwnr. 166). Het schip werd gebouwd voor Esso Tankers Inc. en voer als de "Esso Nagasaki" onder panamese vlag.
      In 1983 werd de "Esso Nagasaki" verkocht aan Tesubu tankers S.A. en herdoopt als "Tesubu IV". Onder call sign HPZF voer deze tanker onder de vlag van Panama. Na drie jaar werd de Tesubu verkocht aan Dunya Petrol Nakliyat ve Ticaret A.S. Als de "Geyve" voer het schip onder turkse vlag. De thuishaven van de "Geyve" was Istanbul. Het management werd gevoerd door Ganmouth Shipping. Op 18 november 2000 werd het schip in Alang gesloopt.

      Bronnen: Verschillende jaargangen van "Lloyd's Register of ships"

      vrijdag 3 oktober 2008

      Foto van de Week 4 oktober


      Benalder
      Registratienummer Lloyd's: 721 4894
      Call sign: CQUY

      Dit containerschip werd in 1972 gebouwd bij Howaldtswerke-Deutsche Werft in Kiel (bouwnr. 43). Kawasaki Heavy ind. in Kobe produceerde de machines. Het schip stond geregistreerd in Leith en voer voor The Ben Line Steamers ltd. & Domino Container ships ltd. onder de engelse vlag. De manager van het schip was William Thomson & Co.
      In 1982 werden nieuwe motoren geplaatst waardoor de snelheid opliep tot 23 knopen.
      In 1993 werd de Benalder herdoopt in Maersk London. In hetzelfde jaar kreeg het schip nog een andere naam "London Maersk" (call sign: C6OB5). Het schip werd eigendom van de Dansk Supermarked A/S. In het begin was A.P. Moller de manager en voer de London Maersk onder deense vlag.

      In 1997 werd Danaos Shipping de nieuwe manager. Het schip werd geregistreerd in Nassau en voer tot 1999 onder de vlag van de Bahama's. In 1999 kwam de "London Maersk" in handen van de Mayflower Navigation corp. Het schip voer verder onder de naam "London" (call sign: SYNN). Danaos Shipping bleef de manager. De "London" werd geregistreerd in Piraeus en voer tot 2001 onder griekse vlag. In oktober 2001 werd het schip in Shanghai gesloopt.

      Bronnen: Verschillende jaargangen van "Lloyd's Register of ships"

      zaterdag 27 september 2008

      Foto van de Week 27 september


      In 1904 werd s.s. "Juniata" in Cleveland gebouwd. Dit passagiersschip had een lengte van 9.1694 m (=361 inch). Naast de vracht kon zij 595 passagiers vervoeren. 155 bemanningsleden zorgden ervoor, dat alles goed verliep aan boord. Samen met haar zusterschepen "Tionesta" en "Octorara" voer zij voor de Anchor Line tussen Buffalo en Duluth. De "Tionesta", gebouwd in 1903, werd in 1940 in Hamilton, Ontario gesloopt.

      De "Juniata" was een beter lot beschoren. In 1939 werd zij naar Manitowoc, Wisc. verscheept en omgebouwd tot een luxueus passagiersschip, waarmee ook vracht en auto's vervoerd konden worden. Het schip kreeg een nieuwe naam: "Milwaukee Clipper".

      De "Milwaukee Clipper" was het mooiste lijnschip op Lake Michigan. Aan boord bevonden zich: luxueuze accomodatie, air-conditioned salons en gangen, een speciale kinderspeelruimte en een eetzaal met een prima buffet. De 900 passagiers vonden op het schip hun vertier op het dek (spelletjes en zonnen) en in de filmzalen (entertainment, dansavonden en films).
      Eind jaren '60 werd het schip uit de vaart genomen.

      Bovenstaande informatie is afkomstig uit het boek "Ships of the Great Lakes on postcards" van Bob Welnetz, dat via http://www.boekwinkeltjes.nl/ bij "the 7 seas" te koop is.

      Boek van de Week 27 september




















      In 1679 voer het eerste schip (LaSalle's "Griffin") op Lake Michigan. Toen in 1759 de Engelsen de controle over de meren kregen, werd een lijndienst tussen de verschillende handelsposten opgezet. Na de oorlog van 1812 verscheen de beroemde "Great white fleet" op de meren, die vele generaties immigranten naar Wisconsin bracht.
      Rond de tweede helft van de 19e eeuw verschenen kleine scheepswerven aan de oevers van de meren. Ook werden de eerste vuurtorens gebouwd. Door de havens te vergroten lukte het om een lijndienst met stoomboten te onderhouden.

      Deze schepen spraken zeer tot de verbeelding. Honderden oude passagiersschepen sierden ansichtkaarten. Toch nam de behoefte aan vervoer van passagiers over water na de Tweede Wereldoorlog af. Veel schepen eindigden op de sloop.
      In de laatste decennia van de vorige eeuw probeerden scheepvaartliefhebbers de nog varende passagiersschepen, waaronder de legendarische "Milwaukee Clipper", van de sloop te redden. Er verschenen drijvende maritieme musea.

      Bob Welnetz had een behoorlijke collectie ansichtkaarten van schepen, die op de Grote meren gevaren hadden. In 1976 gaf hij een boek uit met een selectie uit zijn ansichtkaartencollectie. De bijschriften bij de foto's zijn afkomstig van de kaarten zelf. Als er nieuwe informatie bekend was, heeft Bob deze toegevoegd.

      Dit eerste deel bleek in een behoefte te voorzien. In vervolg hierop heeft hij nog een tweede deel uitgegeven. Beide delen zijn te koop bij "The 7 seas" via www.boekwinkeltjes.nl

      woensdag 17 september 2008

      Boek van de Week 15 september


      Niets spreekt zo tot de verbeelding als het werk van de Reddingsmaatschappij. Dappere mannen, die bij nacht en ontij hun leven wagen om de bemanning van schepen in nood te redden. Wie kent in Nederland de naam "Dorus Rijkers" niet? Of "Klaas Toxopeus"? Beide mannen hebben hun sporen verdiend in het reddingswezen. Maar ook in andere landen leven dappere redders!!

      Dit boek beschrijft het werk van de reddingsmaatschappijen, waarbij de nadruk ligt op het materieel, dat hen ter beschikking staat. In de laatste honderd jaar is er veel veranderd:

      • boten worden niet meer met paarden naar het strand gebracht;
      • de boten zijn zelfrichtend geworden... waardoor ze minder snel zelf vergaan.

      Deze (engelstalige) encyclopedie is rijk ge-illustreerd. Duidelijke kleurenillustraties geven uitleg over de werking van de nieuwe technologie. Achterin het boek is een overzicht opgenomen per land van de ontwikkelingen en de verschillende boottypen, die gebruikt worden. Niet alleen voor liefhebbers van maritieme historie, maar ook voor techneuten is dit boek opgenomen in de collectie van boekhandel "The 7 seas".

      zondag 7 september 2008

      Foto van de Week


      Stoomvaart Maatschappij Nederland nam in 1939 het ms. Oranje in gebruik op de route naar de Oost. Tijdens de oorlog werd de mailservice naar de Oost noodgedwongen stil gelegd, maar in 1946 hervatte de Oranje haar reizen naar Indie. In het begin bracht zij vooral troepen naar de Gordel van Smaragd. In 1958 -toen de mailservice naar Indonesie beeindigd werd- werd de Oranje gemoderniseerd en ingezet op de route naar Australie en Nieuw-Zeeland. Vanuit Amsterdam werden emigranten via Panama naar Auckland, Wellington, Sydney en Melbourne gebracht. De terugreis voerde langs Singapore en Suez. De "Oranje" had 323 eersteklas-hutten en 626 hutten in de toeristenklasse, die gedeeltelijk voorzien waren van air-conditioning.


      In het begin van de jaren '60, toen de vraag naar passage afnam, werd besloten de "Oranje" te verkopen. In 1964 werd zij overgenomen door Achille Lauro. Ze werd herdoopt als "Angelina Lauro" en bleef naast de "Willem Ruys" in de vaart rond de wereld.


      Op 30 maart 1979 brak brand uit op de "Angelina Lauro". Alle opvarenden werden gelukkig gered, maar het schip werd total-loss verklaard. Op 30 juli van dat jaar werd ze op sleep genomen om in Taiwan te worden gesloopt. Op 21 september begon de "Angelina Lauro" echter midden op de Grote Oceaan water te maken. Bij het ochtendgloren drie dagen later zonk het schip en kwam een einde aan haar roemrucht bestaan.


      Bovenstaande informatie is afkomstig uit het boek "North Star to Southern Cross" van John M. Maber, dat via http://www.boekwinkeltjes.nl/ bij "the 7 seas" te koop is.

      vrijdag 5 september 2008

      Boek van de Week





      In 1831 arriveerde het stoomschip "Sophia Jane" in de haven van Sydney. Dit markeerde het begin van een intercontinentale dienstregeling tussen Europa en Australie. In dit boek wordt de geschiedenis van de Peninsular & Oriental Steam Navigation Co. en 60 andere scheepvaartmaatschappijen die op de "Oost" voeren beschreven. Er is niet alleen aandacht voor Engelse maatschappijen. Ook Nederlandse maatschappijen worden beschreven. Van iedere maatschappij wordt een vlootlijst toegevoegd. De scheepsbeschrijving is gebaseerd op de Lloyd's registers: zowel technische gegevens als gegevens over de levensloop van het schip worden gepubliceerd. Het boek is voorzien van zwart-wit foto's en een register.

      Dit boek kan ook gebruikt worden door mensen, die de stamboom van hun familie uitzoeken. Alle schepen, die tot het midden van de jaren '60 in Australie arriveerden worden hierin genoemd.

      Dit boek is opgenomen in de collectie van "the 7 seas"