dinsdag 30 november 2010

Foto van de Week 30 november

Lelystad

LR 8507391
call sign: PFOB
yardnr. 638

Rond 1900 was in Hardinxveld nog weinig industrie. In het najaar van 1901 wist Christiaan van Vliet, baas op scheepswerf De Ooij van Wiegerink & Co te Nijmegen, een stukje uiterwaard langs de Merwede te bemachtigen. Hier wilde hij een eigen scheepswerf stichten. Hij kwam in contact met aannemer Langeveld, die in de uiterwaarden een smederij wilde vestigen. Beide heren gingen een samenwerkingsovereenkomst aan: op 2 juli 1902 ging de nieuwe scheepswerf Langeveld & Van Vliet - scheepswerf "De Merwede" officieel van start. In 1913 werd de bedrijfsvorm omgezet in een Naamloze Vennootschap en veranderde de naam in "Scheepswerf De Merwede - vh. Van Vliet en Co".

De werf stond al snel hoog aangeschreven. De orderportefeuille was goed gevuld. Toch kwam ook voor "De Merwede" in de jaren '20 het moment waarop de opdrachten uitbleven. In het begin lukte het de werf de werknemers in dienst te houden door onderhoudsklussen te plegen en allerlei kleine klussen aan te nemen, maar na verloop van tijd vielen ook bij "De Merwede" ontslagen. Uiteindelijk bleven alleen de directieleden en enkele leden van de staf over. Omdat zij weinig om handen hadden, konden zij zich bezinnen op nieuwe doeltreffender technieken, die na 1936 in gebruik genomen werden.

Na 1936 kwamen er nieuwe opdrachten binnen en werden er weer personeelsleden aangenomen, waardoor de bedrijvigheid op het werfterrein toenam. In eerste instantie waren het nog geen grote orders, maar dat veranderde net voor de Tweede Wereldoorlog toen de werf de opdracht kreeg voor de bouw van een reeks schepen voor de Oranjelijn - de zgn. Lake-schepen, die speciaal ontworpen waren om door de sluizen en kanalen tussen de Canadese Meren te varen. Hiermee begon een nieuw tijdperk voor de werf.

Na de oorlog werd ook bij "De Merwede" hard gewerkt aan de wederopbouw. Er kwamen bedrijfswoningen voor het personeel en in de jaren '50 werd een bedrijfsschool opgericht. In de jaren '60 en '70 verwierf de werf verschillende opdrachten van grote (Nederlandse) bedrijven. Zo bouwde men in Hardinxveld verschillende schepen voor de reddingsmaatschappij. Ook het sleepbedrijf "Smit Internationale" was een belangrijke opdrachtgever voor de werf. In 1974 verwierf "De Merwede" de opdracht voor de bouw van twee sleepboten, die tot de sterkste van de wereld zouden gaan behoren: de "Smit Rotterdam" en haar zusterschip de "Smit London".

In die jaren begon de werf zich meer te specialiseren. Haar positie op zowel de binnenlandse als Europese markt was zeer goed. In 1984 werd besloten om die positie op de markt te verbeteren door zich te blijven richten op zgn. "Custom-built"-materiaal zoals ferries, sleepboten en baggerschepen.

In oktober 1986 liep een nieuwe hopperzuiger van stapel. De "Lelystad" - uitgerust met twee dieselmotoren die bij Werkspoor Amsterdam gemaakt waren - werd afgeleverd aan de Ballast Nedamgroep te Amsterdam. Het schip vaart nog steeds onder Nederlandse vlag en is verzekerd bij Bureau Veritas. Sinds 2006 is baggerbedrijf Van Oord de manager van de "Lelystad". Omdat het schip gekwalificeerd is om meer dan 15 mijl uit de kust te baggeren, wordt zij over de gehele wereld ingezet bij grote projecten. Op dit moment is de "Lelystad" onderweg van IJmuiden naar Puerto Moin (Costa Rica), waar zij op 3 januari verwacht wordt.


Bronnen:
2. Scheepswerf de Merwede 1902-2002 / Dick de Jong

zaterdag 6 november 2010

Foto van de Week 6 november

Waterway
LR 9240005
callsign PBBE
yardnr. 686

In februari 2001 liep bij "De Merwede" (vh. Van Vliet & Co.) te Hardinxveld een nieuwe sleephopperzuiger van stapel. Dit schip was uitgerust met 2 door Wärtsilä te Zwolle gebouwde motoren en behaalde een snelheid van 13.2 knopen.

De eigenaar van het schip was Westminster Dredging (beheer: Boskalis), de thuishaven Papendrecht en de naam: Waterway. In 2002 werd de Waterway gekozen tot schip van het jaar in de categorie "most technically-innovative vessel built".

Na negen jaar onder Nederlandse vlag gevaren te hebben, werd het schip in 2010 geregistreerd op Cyprus en veranderde het callsign (5BGD2). Op dit moment is het schip vanuit Las Palmas op weg naar Soyo, Angola, waar Boskalis in 2008 een nieuwe LNG exporthaven aangelegd heeft.


Bronnen:
1. verschillende jaargangen Lloyd's Registers


zondag 24 oktober 2010

Foto van de Week 24 oktober

Aleksandrovsk

LR 6821133
callsign: UKOG
yardnr. 16



Meer dan 400 jaar geleden werd in het hoge Noorden de eerste Russische havenstad gebouwd: Arkhangelsk. Vanuit deze stad werd in het begin alleen handel gedreven met de Europese Hanze, maar later voeren de schepen ook uit naar de overige landen van de wereld. Het was dus voor de Russen belangrijk, dat de haven goed bereikbaar bleef. Daarom was tijdens de oorlog tegen Zweden de verdediging van zijn "gate to the Russian Empire" voor Peter de Grote van groot belang. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het zelfs de enige Russische haven die open bleef.

De laatste decennia van de 19e eeuw en de eerste van de 20e zijn voor de havenstad van groot belang geweest. Ondanks het ontbreken van een spoorlijn als verbinding met het achterland werd het toegangskanaal vernieuwd en werd een begin gemaakt met de bouw van kades waaraan de coasters en zeeschepen af konden meren. Ook vertrokken vanaf 1912 verschillende poolexpedities vanuit Arkhangelsk.

Na de Tweede Wereldoorlog was de haven van Arkhangelsk aan een vernieuwing toe. Opnieuw werd de haven uitgediept, de wrakken van de schepen die in 1916/'17 in de haven gezonken waren, werden gelicht en er kwam een nieuw logistiek systeem, waardoor de vracht nog beter afgehandeld kon worden. In de 70-er jaren ging men over op een systeem, waarbij de haven ook onder de meest erbarmelijke winterse omstandigheden bereikbaar bleef. Dit vergde een grote inzet van o.a. de sleepboten, die de schepen naar hun havenplaats moesten brengen.

Eén van deze sleepboten was de "Aleksandrovsk". Dit schip werd in 1960 in de Volksrepubliek China voor Arkhangelskiy Otryad Spetsmorprovodki. Het was "ice-strengthened" en had 2 in Leningrad geproduceerde motoren, die in 1975 vervangen moesten worden. In 1999 werd het schip op naam van Petersburgskiy Otryad Spetsmorprovodki gezet. Samen met twee zusterschepen - "Petropavlovsk" en "Petrozavodsk" - werkte zij dat jaar in de haven van St. Petersburg. In 2000 werd zij verkocht aan Archmarine Transport uit Batumi (Georgië). Uit verschillende bronnen blijkt, dat het schip nog steeds voor deze eigenaar vaart.

Bronnen:
1. Verschillende jaargangen Lloyd's Registers
2. Verschillende jaargangen Marine News

zaterdag 16 oktober 2010

Foto van de Week 16 oktober


Dalmacija


LR 6411964
call sign YTND
yardnr. 243

Op 20 januari 1947 besluiten een aantal kleine Joegoslavische veerbootmaatschappijen samen te werken onder de naam "Jadrolinija". De maatschappij onderhoudt een lijndienst tussen de grote steden aan de Kroatische kust en verbindt de eilanden voor deze kust met het vasteland. Daarnaast exploiteert de rederij een internationale veerdienst op de Italiaanse havensteden Ancona en Bari. De meeste inkomsten worden tijdens het toeristenseizoen gegenereerd. In de periode tussen 1947 en 2010 vervoert Jadrolinija miljoenen passagiers. Tijdens zijn bezoek aan Kroatië in 2003 maakt ook paus Johannes Paulus II gebruik van de lijndienst. Op 9 juni van dat jaar vaart hij mee op de catamaran Judita.

In 1965 loopt bij de werf Uljanik in Pula een nieuw passagiersschip van stapel. Dit schip wordt "Dalmacija" gedoopt. Tot 2009 vaart het schip onder de vlag van Kroatië. De eigenaren wisselen echter regelmatig. Tot 2000 staat het schip op naam van Jadrolinija Cruises, daarna wordt de eigenaar Intercruise West Wind Croatia. De laatste Kroatische eigenaar is Adriatic Cruises, die het in mei 2009 voor $ 770.000,= verkoopt aan rederij Ballanas te St. Kitts & Nevis.

In de jaren 2000 tot 2009 wordt de "Dalmacija" een aantal keren opgelegd. In 2000 komt zij aan de ketting in Leith (UK), in 2004 in Venetië (I), in 2007 in Kiel (D) en tenslotte in 2009 in haar thuishaven Rijeka. Haar einde vindt zij op 10 december 2009 als zij in Alang aankomt om gesloopt te worden.

Bronnen:
1. verschillende jaargangen Lloyd's Register
2. Guide 00 : the annual passenger ship register. - Halmstad : ShipPax, 2000

vrijdag 17 september 2010

Foto van de Week 20 september

Mitra
LR 8109266
call sign: PBZW
yardnr.: 4608

In 1982 werd bij scheepswerf Damen in Gorinchem een nieuw schip gebouwd voor Rijkswaterstaat. Stork Werkspoor in Zwolle leverde de motoren. Dit Triple screw motorship, dat de naam "Mitra" kreeg, werd ingezet voor hydrografisch onderzoek. De eigenaar was - zoals hierboven al vermeld - Rijkswaterstaat (directie Noordzee), de manager Boskalis.

In 2003 werd het schip overgenomen door Multraship BV te Terneuzen. Als de "Multraship Commander" zou het in de daaropvolgende jaren ingezet worden voor offshore services. In 2005 werd het door Oceanteam in Den Helder gecharterd voor het installeren, controleren en repareren van kabels in de Europese wateren.

Op 4 juni 2007 werd het schip overgedaan aan Fugro, het sinds 1962 wereldwijd opererende ingenieursbureau voor FUnderingstechniek en GROndmechanica. Fugro heeft als missie het "verzamelen en interpreteren van gegevens van het aardoppervlak en onderliggende lagen, en het adviseren en ondersteunen van infrastructurele ontwikkelingen op het land, langs de kust en op de zeebodem". De "Fugro Commander", zoals de Mitra inmiddels genoemd wordt, vaart momenteel onder de vlag van Panama. Haar callsign is: HO3057. Vanmorgen rond 8.30 uur is zij vertrokken uit de Schotse havenstad Troon om haar werkzaamheden in de Ierse Zee voort te zetten.

Bronnen:
1. Diverse jaargangen Lloyd's Registers

maandag 30 augustus 2010

augustus - vakantiemaand

Deze keer slechts foto's met een summiere beschrijving:


Union Jade

LR 9365142
call sign: ORNK
yard nr. 648
owner: URS salvage & maritime contracting, Antwerpen
port of registry: Zeebrugge

Verricht sinds 2007 sleepdiensten in de haven van Antwerpen.



MSC Iris

LR 8201624
call sign H3JN
yardnr. 471
owner: Compania Naviera Iris SA
manager: MSC Ship management Hong Kong
vlag: Panama

Opgeleverd door VEB Warnowwerft Warnemuende in juni 1982.

Former names:
    -1995: Kapitan Gavrilov
    -1997: Lisboa
    -1999: Sea-Land Canada
    -2000: P&O Nedlloyd Ottawa
    -2003: Lisboa
    -2004: Pelat



Smit Japan

LR 8521464
call sign: PHOQ
yard nr. 235
owner: Smit Harbour Towage Co. (Smit Havensleepdiensten BV)
vlag: Nederland

In september 1986 opgeleverd door Barkmeijer Stroobos BV. Verricht sleepdiensten in de Rotterdamse haven. Ook uitgerust met brandblusapparatuur.



Port of Antwerp 85

call sign: OT2547
owner: Gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen

In 1977 gebouwd door "Scheepswerf van Rupelmonde" en opgeleverd aan de Antwerpse Stedelijke sleepdienst.

cop. foto's: 2009 J. van Olphen

zondag 11 juli 2010

Foto van de Week 24 juli

SD Shark

LR 9410715
call sign 9HBU9
yard nr. 04

De haven van Rotterdam, door de gunstige geografische ligging en de goede infrastructuur met het achterland de "Gateway to Europe" genoemd, is één van de drukste havens ter wereld. Jaarlijks doen ongeveer 31.000 schepen deze haven aan. Al deze scheepsbewegingen vereisen een goed georganiseerd netwerk van sleepdiensten, loodsen en havendiensten. Rotterdam staat wereldwijd bekend om de goede service, de efficiëncy en de snelheid waarmee de goederen getransporteerd worden. De verschillende bedrijven die werkzaam zijn in de haven doen er alles aan om deze goede naam te handhaven.

Scheepseigenaren zoeken al enige tijd naar manieren om de kosten voor sleepdiensten te verlagen. Zij verlangen vooral "less but stronger tugs". Kotug - sinds 1987 actief in de Rotterdamse haven - komt hieraan tegemoet met haar moderne vloot. De sleepboten van Kotug zijn goed manoeuvreerbaar en stabiel en beschikken over een hoge trekkracht. Hierdoor zijn er vaak minder sleepboten nodig om de grote zeeschepen de haven in te loodsen.

Kotug BV bestelde in januari 1999 de eerste ASD (Azimuth Stern Drive)-sleepboot, de "SD JACOBA". Deze sleper voldeed prima, dus werden in 2006 drie nieuwe door Kenton Marine ontworpen ASD's besteld. De Turkse scheepswerf MedMarine wist de order voor deze nieuwe ASD's in de wacht te slepen.

Omdat Kotug vaak sleepboten voor de werkzaamheden in Rotterdam moest inhuren, kreeg MedMarine in datzelfde jaar een tweede opdracht voor vier sleepboten. Op 8 april 2008 kwam de eerste van deze vier nieuwe slepers in Rotterdam aan. De "SD SHARK" staat geregistreerd in Valetta en vaart onder maltese vlag. Samen met haar zusterschepen "SD Seal", "SD Stingray" en "SD Seahorse" is zij gestationeerd in Europoort. De technische gegevens van deze slepers zijn te vinden op:

1.http://www.kotug.nl/www/scripts/harbourTowage.php
2.http://www.tugboats.de
cop. foto's: T. van Olphen


maandag 31 mei 2010

Foto van de Week 20 juni


Libra Santa Catarina

LR 9299044
call sign A8ME6
yardnr. 103

De "Frisia Lübeck", één van negen zusterschepen, die door rederij Hartmann in Leer besteld waren, werd in september 2004 opgeleverd. Het schip kwam op naam te staan van "Container Schiffahrt Frisia Lübeck", Hartmann Schiffahrt GmbH werd de manager. UCC (United Container Carrier) is verantwoordelijk voor de charters van de groeiende vloot van de Hartmann rederij.

Het schip werd gebouwd op twee locaties van één van de grootste bedrijven in Duitsland: de Aker MTW Werft. Het hoofdkantoor van deze werf is gevestigd in Wismar, waar de achterste sectie van het schip gebouwd werd. Het voorste gedeelte werd in Warnemünde gemaakt bij de werf Aker Warnemünde Operations. Het schip heeft één door een schroef aangedreven motor, die bij Hitachi Zosen in Japan gebouwd werd. De gemiddelde snelheid ligt rond de 22 knopen. De "Frisia Lübeck" werd gebouwd in een serie van 9 containerschepen met een inhoud van 2,478 TEU. Ieder schip is uitgerust met drie 45-tons kranen en 400 reefer plugs, zodat ook geconditioneerd vervoer mogelijk is.

Na de oplevering werd het schip herdoopt. De "Libra Santa Catarina" staat geregistreerd in Monrovia (Liberia). Zij onderhoudt een regelmatige dienst tussen de oostkust van Zuid-Amerika en Europa. Momenteel vaart het schip in de Sargasso Zee op weg van Kingston (Jamaica) naar Rotterdam, waar het op 12 juli a.s. verwacht wordt.

Bronnen:
1. http://www.unitedcontainercarrier.com/fleet_cs2500.htm

zondag 9 mei 2010

Foto van de Week 9 mei

Bourbon Pearl


LR 9386677
callsign JWQW
yardnr. 102387


Omdat in het begin van dit decennium de offshore-industrie "booming business" was, plaatste Bourbon Offshore Norway (BON) in 2006 orders voor 110 nieuwe schepen bij verschillende werven. Naast schepen voor de bevoorrading van olieplatformen - de "Platform supply vessels" (PSV) - werd ook een aantal schepen besteld om op grote diepten inspectie, onderhoud en reparaties uit te voeren aan olieleidingen en kabels. Tot deze zgn. IMR+ schepen behoort ook de "Bourbon Pearl".

Dit schip is één van de 4 Ulstein P105 platform supply vessels waarvoor op 8 maart 2006 bij de Zhejiang werf in Ningbo een order geplaatst werd. Het ontwerp voor deze PSV's was gemaakt door Ulstein Design AS. De Ulstein werf had al in 2005 twee zusterschepen afgeleverd: de "Bourbon Topaz" op 10 februari en de "Bourbon Peridot" op 31 oktober. De reactie op deze beide schepen was zo positief, dat de onderneming besloot om vier soortgelijke schepen te laten bouwen in China. Omdat de Zhejiang werf al enkele kleinere PSV's voor Bourbon gebouwd had, werd besloten deze nieuwe opdracht aan hen te geven.

De "Bourbon Pearl" was het eerste schip in de Ulstein P105-serie, dat buiten Noorwegen gebouwd werd. Op 18 december 2007 werd zij opgeleverd aan haar eigenaar: Bourbon Gaia Supply, een speciale divisie van de Bourbon Groep. Net als haar zusterschip de "Bourbon Peridot" wordt zij beheerd door BON. Het schip is multi-inzetbaar, werkt met de nieuwste technieken en is tevens uitgerust met een 100 ton zware kraan. Daarnaast is er accommodatie voor 74 personen: naast de 24-koppige bemanning kunnen 50 passagiers aan boord gehuisvest worden.

Op 18 april j.l. is de "Bourbon Pearl" uit Rotterdam vertrokken. Zojuist is het schip aangemeerd voor een opdracht in de Middellandse Zee nabij Port Said (NB 32.23654˚/OL 30.89915˚).

Bronnen:
1.http://www.bourbon-offshore.com/media/offshore/mpsv/bourbon-pearl-4850-t-dwt-dp2.pdf
2.http://www.bourbon-offshore.com/en/subsea-services/imr-vessels/the-imr-fleet
3.Marine News. Vol. 62, no.5 (May 2007), p. 279

cop. foto: T. van Olphen

zondag 21 maart 2010

Foto van de Week 21 maart

JRS Alster

LR 9341964
call sign: C4YE2
yardnr.: VMW 437-23

In opdracht van de Navigia Holding in Groningen, de in 1996 opgerichte Nederlandse dochteronderneming van de Duitse rederij Rudolf Schöning, werd bij de scheepswerf "Mawei Shipbuilding" in Fuzhou het containerschip "JRS Castor" gebouwd. In september 2007 werd dit schip opgeleverd aan S&D Shipmanagement in Hamburg, die het schip op 24 juli van dat jaar overgenomen had van Navigia.

Op 29 december 2007 werd de "JRS Castor" aan de Lloydkade in Rotterdam herdoopt: de "Lomur" bevoer vanaf dat moment de 7 zeeën. Op 1 augustus 2008 werd de oude naam weer op de romp geschilderd toen Aqulitas Reederei GmbH de nieuwe eigenaar van het schip werd. Het schip voer onder de vlag van Cyprus en had net als nu Limassol als thuishaven.

Op 1 januari 2010 werd de naam van het schip opnieuw veranderd. De eigenaar werd Mediterranean Shipping Co. (MSC) in New York. Als de "JRS Alster" voer het op 7 maart j.l. de Zandvlietsluizen bij Antwerpen binnen waar beide foto's genomen zijn.

Op dit moment wordt een rondreis gemaakt tussen de Baltische Staten, Denemarken/Zweden en Antwerpen. Op 5 april wordt het schip weer bij de MSC terminal in Antwerpen verwacht.


vrijdag 5 maart 2010

Foto van de Week 6 maart

Groenland

LR 7700386
call sign PELB
yardnr. 341

In december 1977 nam Muller Zeesleepdienst te Terneuzen een nieuwe sleper in gebruik. Het schip werd gebouwd op de werf van Jonker & Stans in Hendrik Ido Ambacht. De bouw van het schip werd bekostigd door Muller en door Skua, een dochtermaatschappij van de KNSM, die o.a. betrokken was bij de exploitatie van pontons.

Scheepswerf Jonker & Stans leverde ook de beide zusterschepen van de sleper, die "Groenland" gedoopt werd: de "Schotland" en de "IJsland", die beide in 1978 overgedragen werden. In 1983 - toen Sleepdienst Willem Muller in financiële moeilijkheden kwam - werd de "Groenland" aan de ketting gelegd. In 1984 werden de schepen van Muller geveild. De "Groenland" werd in eerste instantie aan Scheepvaartmaatschappij Ewout uit Rotterdam verkocht, maar al in 1985 kwam het schip in handen van Goliath Towage & Salvage uit Rotterdam.

In de tijd dat de "Groenland" tot de vloot van Muller behoorde, had zij al als charter voor Mammoet gevaren en ook Goliath leende het schip regelmatig uit aan andere sleepdiensten. In 1988 heeft de "Groenland" als charter gevaren voor J.P. Knight Ltd. uit Rochester. In 1990 werd de "Groenland verkocht aan Bishopscourt Ltd. uit Inverness. Voor deze maatschappij voer zij onder de naam "Keverne" met als thuishaven Kingstown. Vanaf 1991 voer het schip bauxietbakken naar open zee in Guyana.

In 1996 ging het schip over in handen van "Rolv Berg Drive AS" uit Tromso. Het schip kreeg een nieuwe naam ("Drive Mar") en voer twee jaar lang onder Noorse vlag. Hierna werd zij verkocht aan Compania maritima Mexicana in Veracruz. Onder de naam "Marmex VII" voer zij tot 2004 voor de Grupo Boluda onder Mexicaanse vlag.

Momenteel vaart het schip onder de naam "Thunderer" met als callsign J8PX8 onder de vlag van St. Vincent. Haar thuishaven is St. John, haar eignaar "Prime vertical Ltd"en haar manager "Coloured Fin Ltd" uit Trinidad. Haar international ship security-certificaat (ISSC) was geldig tot 12 februari 2010. De resultaten van de herkeuring zijn nog niet bekend.

Bronnen:
1. Diverse jaargangen Lloyd's Registers
2. Rederij Willem Muller Nederland Terneuzen / Henk de Winde. - Schoorl : Pirola, 1994
3.www.iacs-data.org.uk/document/.../PR26_Nov_2006_NM_xls402.xls
4. http://e-ships.net/index/T6.shtml
5.http://www.nedships.nl/Content/Werf/jonker.html


dinsdag 9 februari 2010

Foto van de Week 9 februari

Pantagruele

LR 7816288
call sign: ORTG
yardnr. CO 1117

Een baggeraar is een waterbouwer, die zand verplaatst om ruimte te maken voor havens, vaarwegen en irrigatiesystemen. Op dit gebied heeft Nederland een uitstekende reputatie. Over de hele wereld zijn Nederlandse waterbouwers aan het werk. De ranglijst van grootste baggeraars ter wereld wordt aangevoerd door het Nederlandse bedrijf Koninklijke Boskalis Westminster NV. Daarnaast behoren ook Van Oord en de Belgische bedrijven Jan De Nul en Deme tot de grootste baggermaatschappijen ter wereld. België en Nederland hebben samen de grootste en modernste baggervloot ter wereld.

Tot deze vloot behoort de hopperzuiger "Pantagruele". Dit schip werd in 1979 bij IHC Smit BV in Kinderdijk gebouwd. De motoren werden geleverd door Bolnes Motoren uit Krimpen a/d Lek. De eerste eigenaar was een Italiaans bedrijf: Societe Sarda di Dragoggi e Escavazioni Rocciose Nova S.p.A. (SIDERSARDA) uit Ancona. Tot 1999 voer het schip onder Italiaanse vlag.

In dat jaar werd het verkocht aan het Bredase bedrijf "Tideway". Het moederbedrijf van deze marine & offshore contractors is de DEME holding. In 2003 werd het schip eigendom van Dredging International. Sinds 2006 is het schip in handen van NV Baggerwerken Decloedt & Zn, die het om lieten bouwen tot een splithopperzuiger. Dit type schip wordt eveneens gebruikt om zand en stenen in de oceaan te dumpen om nieuw land te creeëren, maar bij dit type kan de romp over de gehele lengte geopend worden, waardoor de lading snel gelost wordt.
In 2008 werd het afgevoerd van de officiële lijst met Nederlandse vaartuigen. Sinds die tijd vaart het onder Belgische vlag en heeft het Antwerpen als thuishaven.

DEME slaagde er in 2008 in om de opdracht voor het verbreden en verdiepen van het Panamakanaal binnen te halen. Op dit moment is de Pantagruele op weg naar Panama, waar zij op 18 februari 2010 aan zal komen. Op 26 januari is zij vertrokken uit de haven van Gibraltar, de laatst bekende positie is doorgegeven op 31 januari. Toen voer zij in de buurt van de Westelijke Sahara op -16.54089 WL / 24.894199 NB

Bronnen:
  1. Verschillende jaargangen Lloyd's Registers
  2. bouwtekeningen en tekeningen van de antenne-inrichting van dit schip

dinsdag 26 januari 2010

Foto van de Week 26 januari

SC 19 "Bona Fide"


LR 8521646
call sign: DIYT
yardnr. 3/111

Deze kotter werd in 1986 voor C.A. van Eekelew uit Wieringen gebouwd bij scheepswerf Marcon in Hoogezand. De machine werd door Stork-Werkspoor Diesel in Zwolle geleverd. De afbouw vond plaats bij J. Luyt B.V. in Den Oever. De huidige eigenaar is "Zeemeeuw BV" uit Hyppolytushoef, maar het schip vaart nog steeds onder Duitse vlag. Tot 2008 was het schip namelijk in handen van "Wiko Fischerei GmbH" uit Büsum (D).

Büsum is een plaatsje in Sleeswijk-Holstein, dat al sinds het einde van de 19e eeuw bekend is om de garnalenvisserij. De laatste jaren is het aantal Büsumer garnalenvissers echter drastisch teruggelopen. De overkoepelende organisatie "Büsumer Fischereigesellschaft" werd opgekocht door Heiploeg, samen met Klaas Puul de belangrijkste afnemer van Noordzeegarnalen. De vloot werkt nauw samen met Nederlandse vissers.

"Wiko Fischerei GmbH" onderhield connecties met de Wieringer vloot, waardoor de SC 19 Wieringer belangen had. Samen met de WR 20, WR 23, WR 67, WR 108 en de Belgische kotter N350 behoort deze eurokotter tot de Quadro-riggers van de vloot. Er werd in de loop der jaren volgens verschillende methodes gevist:

  • Tot eind 2004 viste de SC 19 samen met de NG 10 via de zgn. spanvismethode op rondvis.
  • De kotter heeft daarnaast ook als twinrigger op kreeft gevist.
    In 2000 lag de SC 19 bij Visser in Den Helder in dok wegens hermotorisering. In 2003 was het schip terug bij deze scheepsbouwer, omdat scanmar apparatuur ingebouwd werd. Deze apparatuur bestaat uit sensoren, die aan het net bevestigd worden en een signaal uitzenden naar de hydrofoon die onderaan het schip bevestigd is. Omdat de hydrofoon in verbinding staat met de instrumenten op de brug, is de bemanning op de hoogte van o.a. de opening van het net en de hoeveelheid vis.

    In 2008 gaf rederij "Zeemeeuw BV" in Hyppolytushoef opdracht aan Marfrie om een separatorfilter in te bouwen waardoor de kwaliteit van de brandstof verbeterd kon worden.Het toerental van de motor (en de schroef) kan hierdoor geregeld worden, zodat met de meest economische snelheid gevaren kan worden.

    Bronnen:

    4. Verschillende jaargangen Lloyd's registers

    zaterdag 9 januari 2010

    Foto van de Week 9 januari

    Torgelow

    LR 7119264
    call sign: Y5ON
    yard nr.: 292


    In 1972 werd voor VEB Deutfracht/Seereederei in Rostock een nieuw vrachtschip gebouwd bij de Elbewerften Boizenburg/Rosslau. De machines die door Karl Liebknecht in Magdeburg vervaardigd waren, zorgden ervoor, dat het schip na oplevering met 12.5 knoop over de zeven zeeën voer.

    Het schip werd vernoemd naar het Oostduitse stadje "Torgelow", dat hemelsbreed nog geen 20 km van de Pools-duitse grens verwijderd is. Dit stadje in het hertogdom Pommern kreeg op 4 mei 1945 stadsrechten. Al meer dan 250 jaar vindt men hier één van de grootste ijzergieterijen van Europa.

    Het schip de "Torgelow" werd in 1992 verkocht. Onder de naam "Gelo" voer het tot 2000 onder Noorse vlag voor Murmansk Transnautic Fischeribetriebe. De thuishaven was Tromso, de manager Partrederiet Lady West ANS in Bergen.

    Sinds 23 januari 2001 vaart het schip weer onder de naam "Torgelow". Het staat geregistreerd op naam van World Peace navigation. Het vaart onder de vlag van St Vincent & Grenadines, haar manager is Motaku Shipping.

    Op 8 oktober 2005 werd het schip, dat met hulpgoederen op weg was van Mombasa naar Mogadishu, tussen Haradheere en El Maan gekaapt door Somalische piraten. Er werd losgeld geëist, maar het is niet zeker of dat ook betaald is. Waarschijnlijk werden het schip en haar 10-koppige bemanning op 30 november 2005 vrijgelaten na tussenkomst van Somalische "warlords".

    De 4 schepen van Motaku Shipping vielen in 2005 allemaal een keer in handen van de Somaliërs. Dit was voor de directeur genoeg reden om zijn schepen (tijdelijk) niet meer in te zetten voor het vervoer van hulpgoederen. Sinds 2007 - toen de Franse president Sarkozy besloten had, dat zijn marine de door het World Food Programme gecharterde schepen zou escorteren in de door piraten beheerste zône - wordt de "Torgelow" weer ingezet op de route naar Somalië.

    Bronnen:
    3. Verschillende jaargangen Lloyd's Registers